Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [25]Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de [26]heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde. 25. Dit spreekt God zelf tot de vijanden en vervolgers zijner kerk, die meenden dat zij alleen met mensen te doen hadden. 26. Ik zal tonen [zo gij niet aflaat] dat mijne macht niet besloten is binnen de grenzen van het Joodse land, maar dat Ik daar buiten onder alle heidenen ook Heere en Rechter ben, en zal door mijne oordelen mijnen naam alom grootmaken.